Kamervragen over herziening voorstel Energieprestatie gebouwen (EPBD)
Verschillende fracties van de Tweede Kamer hebben Kamervragen gesteld aan minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) over de herziening van het voorstel van de Europese Commissie voor de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD). De EPBD heeft als doel om de energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren, waardoor het energiegebruik daalt. De EU wil namelijk in 2050 klimaatneutraal zijn. Minister De Jonge geeft antwoord aan de verschillende fracties in een schriftelijke verslag (22 februari 2022). In dit artikel vind je de belangrijkste punten voor jou als woningeigenaar.
Minimumnormen voor gebouwen
Om renovatie van de slechts presterende gebouwen te stimuleren wordt er in de herziening van de EPBD gesteld dat de lidstaten minimumnormen voor energieprestaties van gebouwen vast moeten stellen. De energieprestatieklasse van een gebouw wordt gedaan aan de hand van een schaal van A tot G. De letter A komt overeen met volledig emissievrije gebouwen. Een emissievrij gebouw is een gebouw dat nul (geen) CO2 uitstoot. De letter G komt overeen met de 15% van de minst efficiënte gebouwen in het nationale gebouwenbestand.
In de richtlijn worden de volgende streefcijfers gesteld:
- Kantoorpanden dienen voor 2027 tenminste klasse F bereikt te hebben en klasse E voor 2030;
- Woningen moeten klasse F bereiken voor 2030 en klasse E voor 2033.
Nationale interpretatie
De VVD-fractie vragen zich af in hoeverre deze voorstellen nationaal geïnterpreteerd mogen worden. Ze merken op dat de voorstellen een verplicht karakter hebben. In Nederland wordt er juist meer ingezet op het bieden van (financiële) ondersteuning en normering in plaatst van verplichting. Hierop heeft minister De Jonge een stellig antwoord: “ Normering om de slechtst presterende woningen uit te faseren is op termijn onvermijdelijk om de energietransitie in de gebouwde
omgeving te laten slagen. Alle gebouwen dienen immers klimaatneutraal te zijn in 2050.” Wel geeft hij aan dat ontzorging en financiële ondersteuning belangrijke elementen zijn in zijn aanpak voor de verduurzaming van woningen. In mei 2022 presenteert minister De Jonge de uitwerking van deze aanpak.
Minister De Jonge benoemt daarnaast dat het kabinet niet van mening is om detailregelgevingen te gaan formuleren voor woningeigenaren in de vroege fase van de energietransitie: “Er moet voldoende flexibiliteit zijn voor lidstaten om zelf te kunnen bepalen of en wanneer normering gerechtvaardigd is.” Dit gaat minister De Jonge aan de ode stellen bij de Europese Commissie.
Financiële ondersteuning
De D66-fractie realiseren zich dat alle plannen uit de EPBD hoge kosten met zich mee kunnen brengen. De verduurzaming van gebouwen moet toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor mensen met lage- en middeninkomens. De leden van de D66-fractie vragen zich daarom af hoe minister De Jonge dit gaat aanpakken.
Minister De Jonge geeft aan dat het cruciaal is dat iedereen mee kan doen aan de energietransitie. In het coalitieakkoord is daarom opgenomen dat er in het bijzonder aandacht is voor lage- en middeninkomens. Verduurzamingsmaatregelen zorgen ervoor dat het energieverbruik daalt en daarmee het risico van hoge mondiale gasprijzen voor de energierekening kleiner wordt. Dit geldt voor alle huishoudens. Daarnaast benoemt minister De Jonge dat er verschillende subsidies zijn die de investering in verduurzaming verkleinen.
Volgens minister De Jonge kunnen huishoudens die geen leenruimte of spaargeld hebben om het resterende investeringsbedrag te financieren voor een energiebespaarlening terecht bij het Nationaal Warmtefonds.
Daarnaast vertelt minister De Jonge dat het van belang is om juist deze huishoudens goed te ondersteunen en ontzorgen bij het nemen van verduurzamingsmaatregelen. Gemeenten en regionale energieloketten spelen hierin reeds een cruciale rol die ze verder kunnen versterken in de wijkgerichte aanpak en het nationaal isolatieprogramma.
Start jouw vergelijking
Van gecertificeerde adviseurs op prijs, levertijd en beoordeling.