Uitkomsten onderzoek prijspeiling
De uitkomsten van het onderzoek prijspeiling en internationale vergelijking van het energielabel – met Woninglabel.nl als de benchmark – zijn bekend. Dit onderzoek is gedaan door Ecorys in navolging op de aangenomen moties van Kamerlid Terpstra (september 2020):
- De eerste motie betrof het niet doorvoeren van het nieuwe energielabel per ingang van dit jaar omdat dit samen zou gaan met een flinke prijsstijging voor de gebouweigenaar.
- Een andere aangenomen motie betrof het verzoek in kaart te brengen wat de kosten van de nieuwe NTA8800 in andere landen in de Europese Unie zijn. Daarnaast ook om de verschillen te verklaren en waar mogelijk de kosten voor opname en registratie van dit nieuwe energielabel te drukken.
- De derde aangenomen motie benadrukt de zorgen over de kosten van het nieuwe energielabel. De minister heeft de eerste motie in oktober 2020 naast zich neergelegd. Dit deed ze met de belofte om wél invulling te geven aan de andere moties bij de invoering van de nieuwe energielabelsystematiek. Hiermee wordt er gericht op het drukken van de kosten, het monitoren van de prijsontwikkelingen en het uitvoeren van een internationale vergelijking.
Minister Ollongren van BKZ vermeldt de resultaten van het onderzoek in haar Kamerbrief van 7 december 2021.
In een schriftelijk verslag (8 februari 2022) geeft de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening – Hugo de Jonge – antwoorden op de gestelde vragen naar aanleiding van de Kamerbrief van 7 december 2021. Dit artikel is aangevuld met deze antwoorden.
Uitkomsten prijspeiling Nederland van het energielabel
Ecorys heeft onderzoek gedaan naar niveau, opbouw en ontwikkeling van de prijzen van energielabels in Nederland. Uitkomst van dit onderzoek is dat de markt voor energielabels sterk gesegmenteerd en nog flink in ontwikkeling is. Er treden continu energieadviseurs toe en sommige adviseurs passen hun aanbod aan. Belangrijke redenen voor kostendifferentiatie zijn:
- het type label (basis- of detailopname);
- het type object (grootte en complexiteit);
- de grootte van de opdracht;
- het type opdrachtgever.
Daarnaast speelt de geleverde kwaliteit een rol binnen de kaders van het kwaliteitsborgingssysteem. Daarnaast ook het geleverde serviceniveau waaronder:
- de snelheid van levering;
- het nakomen van afspraken;
- de extra uitleg en/of bijkomende adviezen.
Desalniettemin waren de prijzen gedurende de onderzoeksperiode redelijk stabiel. Zo konden op basis hiervan enkele conclusies getrokken worden over het prijsniveau.
De belangrijkste kostenfactoren voor een energielabel zijn het uurtarief en de tijdsbesteding van de energieadviseur. Voor een particuliere eengezinswoning lag zowel het gemiddelde als de mediaan van de prijs voor een energielabel (basisopname) in alle enquêterondes tussen de 250 en 300 euro excl. btw.. Op Woninglabel.nl lagen de gemiddeldes en medianen voor een vergelijkbaar object tussen de 285 en 322 euro excl. btw. Dit verschil komt ongeveer overeen met de door Woninglabel.nl gerekende opslag voor bemiddeling.
Woningcorporaties zijn over het algemeen goedkoper uit dan particulieren. Dit komt vooral doordat zij korting krijgen wanneer zij grote aantallen vergelijkbare woningen tegelijk van een label voorzien. Bij een opdracht van 50 eengezinswoningen lagen de gemiddelde en mediane kortingen in de eerste, tweede en derde enquêteronde respectievelijk rond de 70%, 50% en 40%. Dit komt neer op een prijs van rond de 100 euro per woning. In de utiliteitsbouw is elk object anders en is de variatie tussen objecten groot. Er is daarom geen sprake van een duidelijk af te bakenen prijsniveau. De onderzoekers concluderen dat ten opzichte van het oude Energie-Index-label geen prijsstijging waarneembaar is. Voor afnemers die voorheen gebruik maakten van het Vereenvoudigd energielabel is de prijsstijging echter fors. Daar staat uiteraard wel een meer volledig en kwalitatief hoogwaardiger product tegenover.
Uitkomsten onderzoek internationale vergelijking van het energielabel
Daarnaast heeft het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) een internationale vergelijking uitgevoerd. Deze vergelijking wordt uitgevoerd om de situatie in Nederland te vergelijken met twaalf lidstaten van de Europese Unie. Dit zijn België (Vlaanderen), Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Ierland, Italië, Oostenrijk, Portugal en Spanje. Het doel hiervan is te kijken of Nederland van andere landen kan leren. Hieruit blijkt dat Nederland een middenpositie inneemt ten opzichte van de onderzochte lidstaten die gebruik maken van een berekend energielabel. Hierin wordt ook rekening gehouden met het beschikbare inkomen in de verschillende lidstaten.
De gemiddelde Nederlandse labelprijs voor een woning (basisopname) met 270 euro ligt dichtbij het Europees gemiddelde van 256 euro. Conform de EPBD-richtlijnen drukken alle onderzochte lidstaten het energielabel uit in labelklassen gebaseerd op het energiegebruik in kWh per vierkante meter per jaar. In de meeste landen wordt gebruik gemaakt van een berekend energielabel gebaseerd op gebouwkenmerken. Deze kenmerken worden met uitzondering van in Oostenrijk altijd vastgesteld door een energieadviseur ter plaatse.
De belangrijkste invloedfactoren voor de prijs van het energielabel zijn in de andere lidstaten ook de tijdsduur en het uurtarief. Uit de internationale vergelijking komt naar voren dat de tijdsduur ook bepaald wordt door het aantal in te voeren variabelen door de energieadviseur, de mate waarin gebruik wordt gemaakt van voor-ingevulde waarden, in hoeverre aanbevelingen automatisch gegenereerd worden en de mate waarin informatie door de consument wordt aangeleverd. Het uurtarief wordt voornamelijk bepaald door het al dan niet voeren van registratiekosten, gestelde opleidingseisen en de mate van controle en naleving. Uit het onderzoek blijkt dat Nederland de prijzen in die zin al beperkt.
Naast btw worden geen additionele registratiekosten in rekening gebracht aan adviseurs en eisen aan vooropleidingen zijn beperkt te noemen ten opzichte van de onderzochte lidstaten, met een drukkend effect op tarieven tot gevolg. Daarnaast worden adviezen automatisch gegenereerd door software, wat de analysetijd beperkt. Een andere opvallende conclusie van de onderzoekers is dat energielabels voor individuele appartementen, bijvoorbeeld aangevraagd door particulieren, in Nederland veelal duurder zijn dan in andere lidstaten die individuele appartementen labelen. Gezien het prijsverschil valt een nader onderzoek naar de relatief hoge kosten van het labelen van appartementen in Nederland en de implicaties van energielabels op gebouwniveau volgens de onderzoekers te overwegen.
Ontwikkelingen prijspeil
Ecorys en EIB concluderen dat gedurende de onderzoeksperiode geen duidelijke stijging of daling van de prijzen is waargenomen. Richting de toekomst zien de onderzoekers de volgende mogelijkheden voor prijsdalingen:
- Door leereffecten en een grotere bekendheid met de NTA 8800-methodiek, kan de tijdsduur van het opstellen en afgeven van het label verminderen, wat de prijzen mogelijk drukt;
- Efficiencywinst op het gebied van het vergaren en hergebruiken van informatie en standaardisatie van processen bij aanbieders en afnemers kan leiden tot een kortere tijdsduur en daarmee lagere prijzen;
- De toetreding van nieuwe energieadviseurs kan zorgen voor gemiddeld lagere uurtarieven;
- Door een hoger kennis- en informatieniveau bij afnemers, zullen aanbieders met afwijkende prijzen naar verwachting langzaam maar zeker uit de markt gedrukt worden.
Uiteindelijk zullen echter de consumentenvoorkeuren voor het serviceniveau en de mate van nauwkeurigheid van het label bepalen hoe de prijs zich gaat ontwikkelen. Kijkend naar de toekomst verwachtend de onderzoekers zonder aanpassingen aan de systematiek en werkwijze, zoals minder benodigde variabelen en het gebruik van voor-ingevulde waarden, geen grote daling van het gemiddelde prijsniveau.
Aanbevelingen
De onderzoekers doen op basis van de bevindingen vier aanbevelingen:
- Onderzoeken of de prijs gedrukt kan worden door de tijdsduur te verkorten met het omlaag brengen van het aantal variabelen en/of het gebruik van voor-ingevulde waarden.
- Om de effecten van systeemverschillen (met meer en minder variabelen, en voor-ingevulde waarden) te onderzoeken, wordt in het verlengde van voorgaande aanbeveling het opzetten van een experiment aanbevolen.
- Het verdere verkennen van de mogelijkheden die digitalisering biedt. Het digitaal vastleggen van informatie van nieuwbouwwoningen kan kostenbesparingen opleveren op langere termijn, als door deze informatie het mogelijk wordt om op afstand een label te verlengen.
- Bij oplevering van nieuwbouw nader te analyseren of een bezoek van de energieadviseur ter plaatse noodzakelijk is voor het registreren van een energielabel ten opzichte van een label op basis van de bouwaanvraag en bouwtekeningen.
Opvolging aanbevelingen
In het schriftelijke verslag van de antwoorden op Kamerovervragen over de Kamerbrief van Minister Ollongren (7 december 2021) stelt minister De Jonge het volgende:
- Minister De Jonge laat onderzoeken of de prijs gedrukt kan worden door de tijdsduur te verkorten met het omlaag brengen van het aantal variabelen en/of het gebruik van vooringevulde waarden. De inventarisatie van parameters heeft eind 2021 plaatsgevonden en de analyse zal in de eerste helft van 2022 plaatsvinden. Zo kunnen er in de tweede helft van 2022 mogelijke wijzigingen meegenomen worden voor de NTA 8800.
- Wanneer de bovenstaande actie daar aanleiding toe geeft zet minister De Jonge een experiment op om de effecten van minder variabelen, en meer vooringevulde waarden te onderzoeken.
- Minister De Jonge gaat de mogelijkheden tot herlabelen op afstand uitdiepen. Hij neemt de aanbeveling mee voor verdere verkenning van de mogelijkheden van digitalisering. De verkenning naar het uitdiepen van herlabelen is gestart en in de eerste helft van 2022 zal duidelijk worden in hoeverre dit wijzigingen met zich meebrengt voor de NTA 8800.
- Tot slot benoemt minister De Jonge dat middels het onderzoek naar labelen van nieuwbouwwoningen op afstand bij oplevering concreet onderzocht wordt of een bezoek van de energieadviseur ter plaatse noodzakelijk is voor het registreren van een energielabel. Het deskresearch naar dit onderwerp zal op korte termijn worden afgerond, waarna een praktijktoets wordt ingericht om optimalisatie te onderzoeken.
Bronnen
- Kamerbrief minister Ollongren (7 december 2021)
- Onderzoek Ecorys en EIB (november 2021) Prijspeiling en internationale vergelijking van het NTA 8800 energielabel
- Moties Kamerleden Koerhuis & Terpstra (september 2020)
- Moties Kamerleden Koerhuis & Terpstra (september 2020)
- Kamerbrief minister Ollongren (oktober 2020)
- Antwoorden op Kamervragen minister De Jonge (8 februari 2022)
Start jouw vergelijking
Van gecertificeerde adviseurs op prijs, levertijd en beoordeling.