Kamervragen herziening EPBD: minister De Jonge geeft antwoord
Verschillende fracties van de Tweede Kamer hebben vragen gesteld aan minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) over het fiche van de minister van Buitenlandse Zaken van 21 januari 2022. Dit fiche gaat over de herziening van de Richtlijn betreffende energieprestatie van gebouwen (EPBD). De EPBD heeft als doel om de energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren, waardoor het energiegebruik daalt. Minister De Jonge geeft antwoord aan de verschillende fracties in een schriftelijke verslag (22 februari 2022). In dit artikel vind je de belangrijkste punten van dit schriftelijke verslag.
Krapte op de arbeidsmarkt
In de herziene EPBD zijn extra ambities toegevoegd. Hiervoor is er meer capaciteit nodig in de bouw-, techniek- en installatiesector. De krapte in de arbeidsmarkt raakt deze sectoren en vormt een mogelijk knelpunt voor de ambities van de EPBD. De leden van de VVD-fractie vragen aan minister De Jonge welke mogelijkheden hij heeft om de Europese Commissie voldoende rekenschap te geven van de gevolgen van de aanbodkant van de markt. Ze vragen aan de minister in hoeverre individuele lidstaten kunnen worden afgerekend op een gebrek aan capaciteit en, als gevolg daarvan, het niet behalen van de gestelde doelen van de EPBD.
Minister De Jonge benoemt dat uit de impactanalyse van de Europese Commissie blijkt dat er voor de extra ambities een additionele behoefte zal ontstaan in de renovatiesector van 175.000 tot 350.000 personen in de EU. Bovendien is beschikbaarheid van personeel met de juiste vaardigheden een uitdaging in vrijwel alle lidstaten. Het UWV berekende dat er op dit moment in Nederland 46.000 vacatures zijn in de energietransitie in de gebouwde omgeving. De krapte op de arbeidsmarkt in deze sectoren hebben hierdoor de specifieke aandacht van minister De Jonge bij de uitwerking van het Commissievoorstel en in zijn eigen beleidsprogramma’s.
In hoeverre een individuele lidstaat wordt afgerekend op het niet behalen van de gestelde doelen, is aan het oordeel van de Europese Commissie stelt minister De Jonge. De Commissie kan een inbreukprocedure starten als zij van oordeel is dat een lidstaat een op hem rustende verplichting niet is nagekomen.
Minister De Jonge benoemt vervolgens dat het uiteraard niet zijn intentie is om het op een procedure aan te laten komen: “Nederland heeft zich gecommitteerd aan het Europese doel van emissiereductie, teneinde klimaatopwarming tegen te gaan.”
Herijken en harmoniseren energielabel
In het fiche van de minister van Buitenlandse Zaken komt naar voren dat het kabinet geen voorstander is van herijken en harmoniseren van het energielabel in Europees verband. De huidige labelklassenindeling in Nederland is gebaseerd op het primair fossiel energiegebruik. De Commissie stelt voor de labelletter te baseren op het primair energiegebruik. Dit heeft tot gevolg dat het aandeel hernieuwbare energie van het gebouw niet langer wordt afgetrokken van het primair energiegebruik en het positieve effect van bijvoorbeeld zonnepanelen niet wordt teruggezien in de labelletter.
Daarnaast wil de Commissie in iedere lidstaat label G gelijkstellen aan de 15% slechtst presterende gebouwen in de nationale gebouwvoorraad en vervolgens label G uitfaseren. De leden van de D66-fractie vragen zich af wat het alternatieve voorstel is van minister De Jonge om wel de voordelen van de harmonisatie te verkrijgen, zoals duidelijk inzicht in de energieprestaties van gebouwen.
Minister De Jonge stelt dat het kabinet allereerst vragen gaat stellen aan de Commissie over het belang van het waarderen van hernieuwbare energie op het energielabel. Daarnaast ook de nut en noodzaak van harmonisatie van labelklassen op basis van verschillende uitgangssituaties in lidstaten. Het voorstel van het kabinet is om de labelletter te blijven koppelen aan het primair fossiel energiegebruik en de huidige klassenindeling te behouden. Voor het uitfaseren van labels kan vervolgens gekeken worden naar grenzen in kWh/m2.jr die corresponderen met de Europese ambitie.
De leden van de SP-fractie zijn daarnaast benieuwd welke voor- en nadelen er aan het behouden van de huidige labelindeling zitten. Minister De Jonge schrijft in zijn antwoord dat het kabinet een risico ziet in het sturen met het energielabel op primair energiegebruik. Dit vanwege de haalbaarheid van de voorgestelde minimale energieprestatie-eisen voor bestaande bouw in de EPBD en het wegvallen van de stimulans voor hernieuwbare energie.
Wat betreft de harmonisatie van labelklassen kan het kabinet zich voorstellen dat dit het gemakkelijker maakt om op Europees niveau de voortgang van het uitfaseren van slechte labels te monitoren en lidstaten in gelijke mate aan te sporen om hun gebouwvoorraad te verduurzamen. Het kabinet heeft echter zorgen over de administratieve lasten die deze wijziging met zich mee zal brengen en over de praktische uitwerking en consequenties van labelverschuivingen. Deze punten gaat Nederland inbrengen in de discussie.
Hoge kosten verduurzaming
De D66-fractie realiseren zich dat alle plannen in de EPBD hoge kosten met zich mee kunnen brengen. De verduurzaming van gebouwen moet toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor mensen met lage- en middeninkomens. De leden van de D66-fractie vragen zich af hoe minister De Jonge dit gaat aanpakken.
Minister De Jonge geeft aan dat het cruciaal is dat iedereen mee kan doen aan de energietransitie. In het coalitieakkoord is daarom opgenomen dat er in het bijzonder aandacht is voor lage- en middeninkomens. Verduurzamingsmaatregelen zorgen ervoor dat het energieverbruik daalt en daarmee het risico van hoge mondiale gasprijzen voor de energierekening kleiner wordt. Dit geldt voor alle huishoudens. Daarnaast benoemt minister De Jonge dat er verschillende subsidies zijn die de investering in verduurzaming verkleinen.
Volgens minister De Jonge kunnen huishoudens die geen leenruimte of spaargeld hebben om het resterende investeringsbedrag te financieren voor een energiebespaarlening terecht bij het Nationaal Warmtefonds.
Daarnaast vertelt minister De Jonge dat het van belang is om juist deze huishoudens goed te ondersteunen en ontzorgen bij het nemen van verduurzamingsmaatregelen. Gemeenten en regionale energieloketten spelen hierin reeds een cruciale rol die ze verder kunnen versterken in de wijkgerichte aanpak en het nationaal isolatieprogramma.
Start jouw vergelijking
Van gecertificeerde adviseurs op prijs, levertijd en beoordeling.